Is ‘inside the box’ toekomstdenken dom?
Mijn mantra bij toekomstdenken is het maximaal oprekken van de verbeeldingskracht, bijna het tegenovergestelde van wat het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) en Wageningen UR doen in hun landbouw- en natuurverkenning voor 2050. Zij laten zien dat de doelen voor natuur, water en klimaat haalbaar zijn, maar doen dat binnen strak afgebakende kaders. De twee scenario’s verschillen sterk in ruimtelijke, sociale en ecologische impact, maar blijven onverbiddelijk ‘inside the box’. Doelzoekende scenario’s, zoals die van het PBL zijn normatief. Ze vertrekken vanuit duidelijke doelen (natuur, water, klimaat) en verkennen hoe die binnen het huidige systeem kunnen worden bereikt. Dit biedt beleidsmakers een robuuste basis voor keuzes en helpt het politieke debat te structureren. Door twee uiterste scenario’s te nemen, wordt geprobeerd de politieke polarisatie niet weg te nemen, maar juist te benutten om nuance en erkenning van tegengestelde argumenten te bevorderen.
Hokjes versus vervlechting
In het intensief-technologische scenario wordt de Nederlandse agropositie behouden, met grote, aaneengesloten natuurgebieden, koeien in megastallen onder gecontroleerde omstandigheden en strikte ruimtelijke ordening. In het natuurinclusieve scenario wordt landbouw en natuur met elkaar verweven, met extensieve bedrijfsvoering en veel agrarisch natuurbeheer. Dit leidt tot meer ruimte voor recreatie en een breed natuurherstel, ook van soorten die niet Europees beschermd zijn, maar minder natuurgebieden die exclusief voor natuur zijn.
De balans tussen stabiliteit en transformatie
In een sterk gepolariseerd politiek klimaat biedt een ‘inside the box’-benadering sterk gebaseerd op cijfers, de kaders en taal die voor alle partijen herkenbaar zijn. Wat dat betreft hebben de onderzoekers hun toekomstverkenning doordacht opgezet. En ook de rode lijn wordt helder: in beide scenario’s halveert de veestapel (in het natuurinclusieve scenario iets meer dan in het intensief-technologische scenario). Hiermee laat het PBL en de WUR zien dat systeemtransitie onvermijdelijk is.
Strategisch en slim, vind ik.
Toch zijn er ook kritische kanttekeningen. Doelzoekende scenario’s sluiten alternatieve visies en fundamentele systeemtransformaties buiten. Ze leiden tot een ‘inside the box’-denken, waarbij nieuwe of creatieve ideeën moeilijk naar voren komen, zoals een potplant zijn groei aanpast aan de pot waar die in staat.
De onderzoekers erkennen zelf de beperking van deze vorm van toekomstverkenningen. Ze geven aan dat er geen rekening is gehouden met opschaling van huidige en toekomstige technologische innovaties zoals kweekvlees, genetische modificatie en vertical farming. Ook aanpassingen in het gedrag van burgers of de economische structuur zijn buiten beschouwing gelaten. Dit zijn onzekere, maar potentieel zeer impactvolle ontwikkelingen.
Beleidsdoelen behalen of systeemherstel?
Daarnaast leunt de verkenning sterk op een doorrekening van de Europese en Nederlandse doelen op het gebied van natuur en klimaat. Hierdoor wordt het behalen van deze doelen een doel op zich, terwijl de onderliggende laag, die van een gezond ecosysteem als basis voor een gezonde samenleving en economie, amper wordt aangeraakt.
Het gevaar hiervan is dat de opgave tot systeemherstel van Nederlandse natuur wordt versmald tot het behalen van klimaat- en soortendoelen en we uit het oog verliezen dat voor systeemherstel meer nodig is dan doelen halen.
De tegenstelling tussen technologisch-intensief of natuurinclusief gaat over veel meer dan de mogelijke gevolgen voor de landbouwsector. Het gaat over hoe we willen leven met elkaar en met onze leefomgeving.
Dat pakken de onderzoekers dan wel weer goed op. Ze laten zien dat welke keuze er ook gemaakt wordt, het heel bepalend is voor hoe het Nederlandse landschap er uit gaat zien.
Blijven we in de plantenpot of gaan we met uitlopers de toekomst aftasten?
Ik begrijp de keuze voor een ‘inside the box’ strategie van deze verkenning. In het gepolariseerde landbouwdebat is het misschien zelfs de slimste keus. Maar misschien ook niet.
Het is cruciaal om naast doelgerichte scenario’s speculatieve en narratieve verkenningen te doen naar juist de grote onzekere en mogelijk impactvolle ontwikkelingen. Als we die niet helder kunnen uitwerken en voor ons zien, zullen we als samenleving als een potplant ‘inside the box’ groeien tot we uit ons potje knallen.
Als ons systeem barst is de transitie naar een ander soort landbouwsysteem veel lastiger, dan wanneer we nu al onze uitlopers ‘outside the box’ laten aftasten naar alternatieve manieren van omgaan met landbouw en natuur in Nederland.
 
                         
             
             
            